Tweedeling op de woningmarkt groeit

Vorige week had ik als kersverse voorzitter van de NVM mijn eerste persconferentie. Ieder kwartaal presenteert de NVM de kwartaalcijfers over de woningmarkt. De NVM-makelaars hebben in het tweede kwartaal van 2016 een nieuw verkooprecord geboekt. Er zijn 42.800 bestaande woningen door hen verkocht. Het oude NVM-record uit 2006 is daarmee uit de boeken; het is voor het eerst in de geschiedenis van de in 1898 opgerichte NVM dat er zoveel woningverkopen in een kwartaal zijn gedaan. Vooral de lage rente en het groeiende consumentenvertrouwen maken het gunstig om nu een woning te kopen of te verkopen.

 

Een goed kwartaal, met meer transacties en stijgende verkoopprijzen verhindert niet dat de tweedeling op de woningmarkt steeds groter wordt. De verschillen in Nederland zijn groot en worden steeds groter, met regio’s die het goed doen en regio’s die stelselmatig achterblijven. In steden als Amsterdam, Haarlem, Utrecht en Groningen stijgen de vraagprijzen hard en neemt het beschikbare aanbod van te koop staande woningen zienderogen af. Buiten de Randstad staat 43 procent van de woningen langer dan een jaar te koop, één op de vijf woningen zelfs langer dan drie jaar.

 

Om te illustreren hoe groot en hoe divers de verschillen zijn zet ik wat cijfers naast elkaar van mijn woonplaats Leeuwarden, de provincie Fryslân en Nederland. In heel Nederland zijn de prijzen van woningen 5,6 procent gestegen ten opzichte van het tweede kwartaal vorig jaar. In Fryslân is dit slechts 1,7 procent en in Leeuwarden is er geen stijging, maar een daling van een half procent. Daarentegen zijn er in Leeuwarden 31 procent meer woningen verkocht. In Fryslân en Nederland is dat respectievelijk 19 en 15 procent. In Nederland zijn 9 procent meer nieuwbouwwoningen verkocht, in Fryslân liefst 18 procent. In Leeuwarden zijn 57 procent minder nieuwe woningen verkocht ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar! Een starterswoning van 60 tot 80 vierkante meter kost in Leeuwarden en Fryslân 93.000 euro. In Nederland is dat gemiddeld 152.000 euro. En in Amsterdam 179.000 euro.

 

Er is dus geen balans in Nederland. De regio’s waar het goed gaat, gaan steeds beter, terwijl het herstel in de achterblijvende regio’s trager verloopt. Dat is structureel. Ik pleit ervoor dat gemeenten in Fryslân beter met elkaar gaan samenwerken en afstemmen, om daarmee nieuwe impulsen te geven aan de Friese woningmarkt. Dat werkt beter dan dat ieder voor zich probeert de markt weer te stimuleren.