Regie

Hoewel het afgelopen half jaar waarschijnlijk het vreemdste half jaar was dat velen van ons zich kunnen herinneren, lijken de gevolgen voor de bouw en de afbouw vooralsnog mee te vallen. Ik hoor de leden van de NOA eigenlijk alleen maar zeggen hoe druk ze het hebben. Gelukkig maar. Maar als we de blik wat verder vooruit richten dan ontwaar ik toch wat donkere wolken aan de horizon. De werkloosheid loopt hard op, de kantorenmarkt krijgt de eerste klappen, mensen en bedrijven stellen uitgaven uit: stuk voor stuk voortekenen van een mindere tijd. Niet voor niets schaart ook NOA zich achter de Woningbouwalliantie; een breed verbond van 24 brancheverenigingen die onze regering oproept om ‘ons uit de crisis te investeren’. Vooral op het gebied van woningbouw en verduurzaming is een enorme slag te maken waarmee we ons als bouwsector nog jarenlang van voldoende werk kunnen verzekeren.

Maar dan moet er wel snel wat gebeuren. Want je kunt nog zoveel toezeggingen, beloftes en suggesties doen over hoe we het gigantische woningtekort – van 315.000 woningen voor 661.500 mensen nu, maar oplopend tot meer dan 400.000 over vijf jaar – gaan aanpakken, de praktijk blijkt weerbarstiger. Tegenover de woondeals die minister Ollongren met vijf verschillende regio’s sloot, staan provincies en gemeenten die hun leges maar blijven verhogen waardoor de kosten voor bouwvergunningen enorm stijgen. Bovendien lopen de grondprijzen enorm op omdat diezelfde provincies en gemeenten te traag zijn met het aanwijzen van bouwlocaties. En dan laat ik de voortdurende onzekerheid over stikstof en PFAS nog even buiten beschouwing.

De gigantische bouwopgave en de naderende crisis schreeuwen om regie vanuit de landelijke overheid. Provincies, bij monde van hun gedeputeerden, hebben laten weten niets te zien in de steeds luider wordende roep van wetenschappers en politici in de Kamer om de landelijke overheid weer een grotere rol te geven in de woningbouw. Maar ik sluit me aan bij die wetenschappers en die Tweede Kamerleden: een volgend kabinet doet er verstandig aan om het in 2010 opgeheven ministerie van VROM weer in ere te herstellen. Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (of Klimaat) verdienen een toegewijde eigen minister. Nu doen de drie ministeries – waar het ministerie van VROM in 2010 in opging –  het er maar een beetje bij en dat kan desastreuze gevolgen hebben.