Markt smeekt om extra aanbod

In mijn column van twee maanden geleden, die was toegespitst op de Provinciale Statenverkiezingen, schreef ik dat vastgoed hét onderwerp is voor de provincies. Ik wil het nu breder trekken. Het probleem met de woningmarkt is niet alleen dat er te weinig huizen zijn, maar het is ook een uitdaging om dat gegeven goed voor het voetlicht te brengen. In ons land slapen er namelijk maar weinig mensen onder een brug omdat er voor hen geen geschikte woning beschikbaar is. Wat wel gebeurt, is dat mensen langer thuis blijven wonen of langer in die net iets te krappe woning blijven zitten. Of ze blijven na de studie in de studentenwoning of in de betaalbare flat.

Eind vorig jaar signaleerde de NVM dat de gekte een beetje uit de markt ging, en in het eerste kwartaal van dit jaar zagen we die trend van 2018 doorzetten. We zagen minder vaak enorme prijsstijgingen, maar constateerden ook dat de krapte er nog steeds is. Het EIB-rapport van 13 mei jongstleden laat daarbij zien dat de krapte op de woningmarkt voorlopig aanhoudt en zelfs erger wordt. Er worden namelijk al enkele jaren te weinig woningen gebouwd. En de plancapaciteit voor de komende jaren laat zien dat het niet veel beter wordt.

Verschillende groepen op de woningmarkt ondervinden daar nu al hinder van. Neem de starters. Het CBS berichtte dat de twintigers van nu het zwaarder hebben dan de generatie die hen voor ging. Twintigers krijgen minder makkelijk een vast contract bij een werkgever, krijgen daarmee moeilijker een hypotheek, en die hypotheek zelf is ook aan strengere regels gebonden. Daarnaast zien we een toenemend tekort aan woningen voor senioren. Zij willen wel verhuizen, maar kunnen geen geschikte woning vinden. Het gevolg daarvan is dat zij hun woningen aanpassen met trapliften, beugels in de badkamer en ga zo maar door. Wanneer deze woningen over een aantal jaar op de markt komen, zijn ze onverkoopbaar geworden. Niet alleen door de aanpassingen die gedaan zijn, maar ook omdat deze groep vaak niet of nauwelijks investeert in de verduurzaming van de woning. Door het tekort aan nieuwbouwwoningen én door de hoge prijzen van de woningen die wél worden opgeleverd, zien we ook dat een grote groep gezinnen nu de volgende stap in de wooncarrière niet kan maken.

Kortom, de markt smeekt om extra aanbod in de vorm van nieuwbouw, voor het juiste budget en op de juiste plekken. Landelijk lijkt dat idee te landen. Ik hoop dat provincie- en gemeentebesturen deze boodschap ook oppikken en écht werk maken van de woningbouw.