Werken, ondanks Corona

Het coronavirus houdt Nederland stevig in zijn greep. Veel kan of gebeurt er niet op dit moment: vrijwel alle vliegtuigen blijven ruim twee maanden aan de grond, mensen werken zoveel mogelijk thuis, er zijn geen files en de treinen zijn leeg. Er wordt dus door het verkeer nauwelijks stikstof uitgestoten en er is ruimte om te werken zonder overlast te veroorzaken. We hebben de afgelopen weken voorbeelden gezien van hoe van de nood een deugd wordt gemaakt. Gevangenen die mondkapjes gaan maken, restaurants die meer maaltijden bezorgen. Oplossingen die worden gevonden voor de plotselinge problemen waarvoor we staan, manieren om de negatieve gevolgen te verminderen en onnodig leed te voorkomen.

Het kan wat gevoelig liggen om te proberen een crisis te gebruiken voor het bereiken van voordelen, maar als we nu kansen grijpen komt Nederland er uiteindelijk sterker uit. Hoe lang die crisis ook duurt. Dat kan bijvoorbeeld door onderhoud van infrastructuur sneller te laten plaatsvinden, want juist nu veroorzaakt een buitengebruikstelling van een spoor of een weg amper hinder. En door de in het najaar in allerijl ingetrokken en opgeschorte vergunningen voor bouwprojecten alsnog af te geven, kan woningbouw worden gerealiseerd en kunnen bouwvakkers aan het werk blijven. De bouw- en infrasector heeft de capaciteit, want door de problemen met PFAS en stikstof draait de machine nog lang niet op volle toeren. Bouwbedrijven vragen overheid, woningcorporaties en grote hoofdaannemers al hun creativiteit te gebruiken om opdrachten te laten doorgaan: alleen dan kan deze banenmachine blijven draaien.

Veel van de uitvoerende werknemers in bouw, afbouw en infra lopen bij de uitoefening van hun dagelijkse werkzaamheden geen risico’s op besmetting met Covid-19. Uiteraard moet iedereen zich daarvoor wel aan de hygiënevoorschriften houden, maar omdat de werkers juist in deze sector in de vrije buitenlucht of in ieder geval op behoorlijke afstand van elkaar kunnen werken, kunnen zij aan de slag blijven. Als ze zich ook tijdens de pauzes bewust blijven van de noodzaak om afstand te houden, is er dus geen enkele belemmering.

Mogelijk werken de partners van werknemers in de bouw in vitale beroepen, waardoor de bouwvakkers op de kinderen moeten passen. Dat in dergelijke gevallen de kinderopvang voor deze gezinnen wordt opengesteld is dan ook niet meer dan logisch. Nederlanders tonen zich in alle beroepen en sectoren van harte bereid bij te dragen aan het voorkomen van een ramp. Tegelijkertijd zijn we het aan onszelf en de ander verplicht om al onze creativiteit in te zetten. Zo houden we ons land aan het werk.