Verduurzaming

Ondanks alle aandacht die er vanuit de overheid aan gegeven wordt, is verduurzaming van de eigen woning voor de meeste consumenten nog een ver-van-mijn-bed-show. Dat komt volgens mij omdat het moeilijk inzichtelijk te maken is wat het überhaupt oplevert. Mensen die hun woning verduurzamen, doen dat vooral uit ideële overwegingen. Vaak krijgen makelaars hierover vragen. Levert de woning meer op als deze verduurzaamd is? Ik denk, met een blik op de toekomst, dat de waarde van je woning lager is als je het niét gedaan hebt.

Het wordt een hele kluif om de doelstellingen – zevenhonderd tot duizend woningen per dag verduurzamen tot 2050 – uit het Klimaatakkoord van Parijs te halen. Woningcorporaties en maatschappijen die heel veel verhuureenheden hebben, zijn hiermee al aan de slag gegaan. Maar de particuliere eigenaar is een heel ander verhaal. Die kijkt of hij het kan financieren en op welke termijn hij zijn investering terugverdient. Dat kan in eerste instantie doordat de energierekening lager wordt. Ook ken ik een paar projecten waarbij gemeenten garanderen dat de besparing net zo groot zou zijn als de investering. En als dat niet lukt, de gemeente een fonds heeft waar dat uit wordt betaald. Dat kan werken en dat verhaal moeten we gaan laden. Want mensen dwingen werkt niet.

Om snel grote slagen te maken met de verduurzaming van de gebouwde omgeving is het een logische keuze om te beginnen bij woningcorporaties en grote verhuurders. Dan kun je snel naar grote aantallen. Als je die gaat tenderen en de prijzen gaan omlaag, wordt het steeds interessanter om de particuliere huiseigenaar te overtuigen. De verleiding moet hem erin zitten dat je weliswaar moet investeren, maar dat je er beter van wordt. Het is zaak dat we die rekensom snel goed kunnen maken. Vanaf april wordt in het taxatierapport de verplichting opgenomen om – bij toepassing van verduurzamingsmaatregelen in een woning – een berekening van de energiebesparingsverkenner bij te voegen. Via deze berekening wordt inzichtelijk gemaakt hoe en of de investeringen opwegen tegen de toekomstige besparingen.

Wanneer de woning van eigenaar wisselt, zou je die nieuwe eigenaar moeten verleiden om direct energiebesparende maatregelen te nemen. Als je dat makkelijk mee zou kunnen financieren, zou de makelaar dat kunnen aangeven. Waarbij je er wel voor moet blijven waken dat er geen economisch onverantwoorde en onomkeerbare investeringen worden gedaan. Wij zien sowieso dat de makelaar steeds meer verschuift van een verkoopbegeleider naar woonadviseur. En duurzaamheid past daar heel goed bij, omdat juist de transitie van de woning een ideaal moment is om te verduurzamen.