Afgelopen week presenteerde Vereniging Eigen Huis (VEH) een onderzoek naar het imago van beroepsgroepen rondom ‘wonen’. Bij makelaars was dat consumentenvertrouwen 6 procent. Als branchevoorzitter van deze beroepsbeoefenaars word je dan wel een beetje stil.
Nu kan ik ter verdediging wel een aantal punten noemen. In de eerste plaats heeft de NVM al jaren een haat-liefde verhouding met de VEH. Enerzijds wil de VEH dat makelaars consumenten goed helpen bij de belangrijkste aan- of verkoop van hun leven, anderzijds pleiten ze er ook regelmatig voor dat de consument ook wel zonder de makelaar kan. De vraag is dus of er niet naar een bepaalde uitkomst is toegewerkt. Ter hunner verdediging: er is als referentie in het onderzoek ook gevraagd naar het publieksvertrouwen in een aantal beroepsgroepen die buiten het domein ‘wonen’ vallen. Verplegers en verpleegsters staan hierbij bovenaan en genieten een groot vertrouwen bij maar liefst 85 procent van de Nederlanders. Daarna volgen huisartsen en basisschoolleraren met ruim 70 procent, gevolgd door politieagenten waar iets meer dan 50 procent van de Nederlanders vertrouwen in heeft.
Het onderzoek is gedaan bij 666 personen boven de achttien jaar. Nederlanders verhuizen gemiddeld eenmaal in de twintig jaar (en niet eens in de zeven jaar zoals vaak door deze en gene wordt beweerd). Dat zou betekenen dat gemiddeld 33 geënquêteerden afgelopen jaar met een makelaar gewerkt hebben. Bij de rest is de ervaring langer geleden, en wellicht wel in de vorige eeuw geweest. In het onderzoek is ook gevraagd naar het vertrouwen in taxateurs. Het vertrouwen in die beroepsgroep is 19 procent. Dat is wel gek, want negen van de tien taxateurs zijn tevens makelaar. Dus het vertrouwen in hun taxatiewerk is drie keer groter dan in hun makelen. Gelukkig staat de makelaar niet onderaan in de ranking. Helemaal onderaan de lijst van het publieksvertrouwen in beroepsgroepen bungelen verkopers van energiecontracten met 5 procent en projectontwikkelaars met 4 procent.
De door mij hiervoor genoemde ‘verzachtende’ omstandigheden nemen het slechte gevoel bij mij, de leden van de NVM en ook bij de consumenten zeker niet weg. NVM-makelaars en –taxateurs hebben kwaliteit hoog in het vaandel. Hoewel er natuurlijk best weleens een ‘rotte appel’ tussen kan zitten, dat gebeurt in de beste families. Maar wij moeten die kwaliteit meer laten zien, wij moeten bewijzen dat wij het vertrouwen van de consument waard zijn. Deze handschoen gaan bestuur en leden van de NVM zeker oppakken.