Bouwen, bouwen, bouwen!

Afgelopen week kon Nederland stemmen voor een nieuwe Tweede Kamer en daarmee een nieuwe regering. Nog nooit eerder deden er zoveel verschillende partijen mee aan de landelijke verkiezingen. Van de 37 partijen die meededen komen er zeventien in de Tweede Kamer. Hoewel de versplintering van ons politieke landschap daarmee enorm lijkt, valt dat in de praktijk nogal mee. Tenminste, voor wie zich verdiept heeft in de verkiezingsprogramma’s.

Natuurlijk zijn er grote en kleine verschillen, maar mij viel toch vooral de grote eensgezindheid tussen al die politieke partijen op. Vooral wanneer je inzoomt op wat velen als de grootste uitdaging voor de komende tien jaar zien: voldoende goede huizen voor iedereen, die ook nog eens een stuk minder energie en grondstoffen gebruiken. En laat dat nu precies het onderwerp zijn waarvan (af)bouwers behoorlijk veel verstand hebben. En zie: het lijkt erop dat bijna alle partijen, van links tot rechts, het een keer met de bouwbranche eens zijn!

Niet iedereen pint zich vast op keiharde aantallen, maar alle partijen zijn het er over eens dat we in de komende tien jaar minstens honderdduizend nieuwe huizen moeten bouwen. De ene partij wil daarvoor een huisvestingsfonds oprichten, een ander een Nationaal Woonplan optuigen. Bijna alle partijen willen dat het Ministerie van VROM (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening & Milieu) terugkeert en de regie terug pakt. Sommige partijen eisen speciale aandacht voor ouderenhuisvesting, anderen hameren op sociale huur. Veel partijen willen dat er alleen nog maar duurzaam en energieneutraal gebouwd wordt en sommige zetten in op circulair bouwen. De ene partij wil weilanden opofferen voor woningen, de ander houdt vast aan binnenstedelijk bouwen. Maar wat alle partijen verenigd is de massale roep om bouwen, bouwen en nog eens bouwen.

En dat verheugt mij natuurlijk zeer. Niet voor niets schaarde onze branchevereniging NOA zich onlangs achter de Actie-agenda Wonen, waarin een brede coalitie van brancheverenigingen en maatschappelijke organisaties alvast heel veel voorwerk heeft verricht waarmee een nieuw kabinet snel aan de slag kan.

Want laten we in al die eensgezindheid vooral niet uit het oog verliezen dat niemand in Nederland zit te wachten op maanden- of misschien wel jarenlang gesoebat over al die kleine nuanceverschillen waarmee partijen kiezers probeerden over te halen op hen te stemmen.

Voor wie er in de komende maanden – in welke coalitie dan ook – mag gaan regeren, er is maar één ding dat telt: de schop moet overal de grond in en wel zo snel mogelijk.